Juni 2004

Post date: Feb 5, 2009 9:31:29 PM

Het is een stralende zondagmorgen wanneer ik de grote poort van ons huis achter me dichttrek en op pad ga richting de Friezenkerk, pal naast het Vaticaan. Bijna elke week laat ik zo het seminarie achter me - een moment waar ik wekelijks naar uitkijk. Want hoewel het alles behalve een straf is om in Rome te leven en studeren, is één morgen als Nederlanders onder elkaar een aangename afwisseling.

Vlak bij het Sint Pietersplein aangekomen zie ik een grote groep mensen lopen. Het zijn Nederlanders. Net als ik beklimmen ze de trap naar onze kerk, die op dat moment al aardig blijkt te zijn volgelopen. Er klinkt koormuziek – een koor uit Sneek is te gast – en er worden al stoelen en banken bijgezet. Ik voel een aangename spanning door me heen gaan en verheug me nog meer op de eucharistieviering. Zo’n volle kerk met alleen maar vrolijke mensen: het is net kerst, maar dan in de lente!

In de week ervoor was in ons seminarie de voormalige aartsbisschop van Taipei te gast. Een kleine ogenschijnlijk broze, maar juist daarin krachtige man. Hij vertelde over de kerk van Taiwan en over de moeilijke situatie in China. Enkele maanden daarvoor vereerde de aartsbisschop van Teheran ons seminarie met een bezoek. Om veiligheidsredenen kon hij niet veel vertellen, maar soms is iemands aanwezigheid genoeg. En niet lang geleden heeft onze eigen bisschop onbedreigd en met veel verve verteld over kerkelijk Nederland en haar toch wel bewogen geschiedenis. Op veel van mijn medestudenten maakte dat veel indruk, zoals ook die andere bezoeken voor mij zo bijzonder waren. Juist in onze Kerk der Friezen moest ik er nog eens aan terugdenken. De wereldwijde kerk en de plaatselijke kerken worden in Rome, als twee zijden van dezelfde medaille, dikwijls gelijktijdig zichtbaar.

Wanneer de eucharistieviering ten einde is en zoals gebruikelijk het zesde couplet van ons volkslied is gezongen, verandert de sfeer snel van oprecht godsdienstig naar zeer gezellig. Op het pleintje voor de kerk wordt koffie geschonken. De touroperators met hun groepen, de deken met zijn pelgrims, de dameskrans, de schoolklas, het koor en natuurlijk de Romeinse Nederlanders schuifelen door elkaar heen en maken en passant een praatje. Het maakt de Friezenkerk tot een echt trefpunt.

Na de koffie gaat bijna iedereen de trap weer af om de paus te zien en met hem het Angelus te bidden. Ik volg hen naar beneden, maar loop meteen door en stort me wederom met hernieuwde energie in het seminarieleven.