Toespraak bij mijn installatie tot pastoor van De Viersprongparochies

d.d. 5 februari 2012

1. Op momenten als deze bemerk ik bij mezelf het verlangen om veel tegen u te zeggen; versta dat alstublieft als een teken van enthousiasme. Tegelijk is er ook de verleiding om het kort te houden en me te beperken tot het meest essentiële. De hoop koesterend dat we nog vaak met elkaar in contact komen, ons geloof nog volop kunnen delen en van gedachten kunnen wisselen, lijkt me een kort woord op dit moment het beste. 2. Het meest essentiële nu is een oprecht woord van dank. Eerst aan onze bisschop, hier vertegenwoordigd door vicaris-generaal en regiovicaris Mgr. Te Velde. Ik dank de bisschop om het in mij gestelde vertrouwen. 3. Dank geldt allen die zich hebben ingezet voor mijn komst naar hier en voor het voorbereiden van deze viering: de besturen, de medewerkers, parochianen en natuurlijk ook collega Ten Wolde, met wie ik hoop voor lange jaren een hartelijk team te mogen vormen. Dank aan u allen die deze viering en alles wat deze installatie-mis mag omgeven mee-maken. Onder u noem ik speciaal mijn familie en vrienden, vertegenwoordigers van de andere christelijke gemeenschappen, vertegenwoordigers van autoriteiten en instellingen die zich om de samenleving bekommeren en ook pastoor Van der Wal. Het is een eer en genoegen zijn werk hier te mogen overnemen.

4.

Aan veel heb ik gemerkt dat er naar dit moment is toegeleefd. Niet alleen vanwege de grote bereidheid de pastorie op te knappen en te verbouwen, ook vanwege de diverse ontmoetingen die ik al mocht hebben. Ze waren allemaal even hartelijk. Ik kan daar alleen maar dankbaar voor zijn, maar ik hoop ook te mogen zeggen dat deze dag, deze viering, eigenlijk niet om mij draait. Het gaat vandaag veel meer over u, of beter: het gaat over ons.

Over ons als door God verzamelde en behoede gemeenschap. Als deel van de kerk mogen en kunnen we geloven door te dienen, te vieren en te verdiepen. Deze dag gaat over Gods goedheid die, door mensen bij elkaar te brengen en zich met elkaar te laten verhouden in hun ambten, diensten, charisma’s en talenten, laat zien met zijn kerk te zijn. Met u, met mij, met ons.

Ik kan en wil daar alleen maar dienstbaar aan zijn. Als pastoor heb ik dan wel een spilfunctie, toch draait het niet om mij. Het kan en mag alleen maar draaien om Christus zelf.

5.

Tot slot nog even een misverstand uit de weg ruimen. Er schijnt een gerucht te gaan dat er een heel duur bubbelbad in de pastorie is geïnstalleerd. Niets is minder waar. Het eenvoudige bad dat er was is juist verwijderd.

Maar als we het toch over badderen hebben, wil ik wel zeggen dat mijn aankomst hier heeft aangevoeld als een warm bad. Ik hoop dat het de toon heeft gezet voor een lange periode van samen optrekken. Van pelgrimeren naar God die ons samenbracht en samenbrengt en ons daarin en daardoor tegemoet komt.

Ik dank u wel.