Gastvrijheid

Overweging Omrop Fryslan

10 juli 2013

1. In Bolsward, de plaats waar ik woon, organiseert de stichting Kunst, Kerk en Samenleving ieder jaar een speciale tentoonstelling. In onder meer de protestantse Martinikerk en in onze katholieke Franciscuskerk worden gedurende de zomermaanden diverse kunstwerken geëxposeerd. Zodoende hangt er nu in onze kerk een surfplank met daarop een viertal uit lichtdoorlatend materiaal gesneden menselijke vormen. Drie volwassenen en een kind. Het werk is van de hand van Henk de Lange. 2. Eerlijk gezegd, vind ik het werk mooi noch lelijk. Niettemin intrigeert het me wel. Dat komt vooral door de vorm van de aureool die elk van deze menselijke figuren kenmerkt . Een aureool is in de traditie van de christelijke kunst een meestal goudkleurige cirkel rond het hoofd van een persoon om daarmee aan te duiden dat we met een heilige vandoen hebben. Doorgaans wijkt de aureool waarmee onze Heer Jezus Christus wordt aangeduid qua vorm ietwat af van de gewone aureool. En daar zit ‘m met betrekking tot het kunstwerk van Henk de Lange precies de kneep. Alle vier de mensfiguren zijn niet met een gewone aureool getooid, maar met de Christusaureool, dat wil zeggen: met een cirkelvorm met daarbinnen een kruis. 3.

En precies omdat dit kunstwerk in zijn vorm zo afwijkt van de gewone conventies, blijft het wat kriebelen. Waarom zou dit zo gedaan zijn? Zou het zijn vanwege de constructie? Een aureool met kruis zit steviger vast dan zonder. Of zou het onwetendheid zijn, maar dat is voor een kunstenaar die zo doelbewust het thema ‘heiligen’ ter hand heeft genomen nauwelijks voorstelbaar.

4.

Voor mij is dit merkwaardige kunstwerk – vier lichtdoorlatende mensfiguren met christusaureool op een surfplank – steeds minder een beeld geworden voor wat heiligheid betekent. Ondanks dat de artiest dat wel als onderwerp koos. Nee, voor mij is het vooral een beeld wat ons iets zegt over gastvrijheid.

Het is een oud christelijk adagium te zeggen dat wanneer er een gast komt, christus zelf arriveert. In elke gast die we mogen ontvangen, kunnen we – met andere woorden – de Heer zelf ontmoeten. Dit is dan ook de reden waarom veel kloostergemeenschappen zich uitputten in gastvrijheid. De gast wordt alle eer bewezen, omdat daarmee Christus zelf wordt geëerd en recht gedaan.

5.

Nu is het waar dat veel kloosters zich onderhand behoorlijk hebben ingericht op het ontvangen van gasten. Bij gezinnen thuis is het vaak veel moeilijker om op die manier gastvrij te zijn. Maar is het wel nodig om meteen zo groot te denken? Is in feite niet elke ontmoeting tussen mensen een moment waarop een beroep wordt gedaan op onze gastvrijheid? Namelijk een moment waarop we gevraagd worden onze aandacht onverdeeld te richten op degene of degenen die op dat moment tegenover ons staan? We kunnen dan denken aan een kort gesprekje op straat. We kunnen denken aan het verkeer, wanneer een automobilist voorrang verleent aan een ander of een voetganger over het zebrapad laat gaan. En wat te denken van een e-mail, een chat-sessie of een telefoongesprek. Allemaal kleine ontmoetingen die van ons een gastvrije houding vragen. De bereidheid namelijk de ander toe te laten, hoog te houden en zekere ruimte te bieden in onze eigen levenssfeer.

6.

De heilige Benedictus van Nursia, degene die de leefregel voor vele kloostergemeenschappen schreef, verlangt dat de portier (degene dus die het eerst met de gasten in aanraking komt) telkens als aan de deur wordt geklopt eerst kort de Heer prijst en dankt om pas daarna open te doen. Nog voor de gast gezien is, nog voor we weten wat voor vlees we in de kuip hebben, is de Heer als het ware al herkend en voor zijn aanwezigheid gedankt.

Dat klinkt allemaal heel mooi, maar is natuurlijk lang niet gemakkelijk. Het vraagt oefening om bijvoorbeeld telkens als de telefoon gaat eerst alle aandacht op de beller te richten, de Heer te danken en dan pas op te nemen. Maar als dat lukt, dan verandert er wel wat in de manier waarop we als mensen met elkaar omgaan. Zelfs als mensen zomaar ons leven komen binnensurfen.