Februari 2004

Post date: Feb 5, 2009 9:34:08 PM

Wanneer ik ’s middags college heb neem ik graag de gelegenheid te baat om de reis er heen en terug te combineren met een min of meer sportieve en dikwijls ook meditatieve bezigheid: wandelen. Vanaf het seminarie in de oude binnenstad tot de Pauselijke Universiteit van Lateranen ben ik dan een halfuur onderweg. Een tocht die leidt langs locaties als het Piazza Venezia, het Forum Romanum, het Colosseum, de San Clemente en de basiliek van St. Jan van Lateranen.

Stuk voor stuk zijn het grote toeristische trekpleisters, waardoor het er vaak een vrolijke boel is en daar geniet ik graag van. Vandaag is het echter anders. Het is januari, het is koud en grijs. Er zijn weinig voetgangers en niemand lacht. Iedereen kijkt naar de grond of met een verbeten gezicht voor zich uit. Ik merk dat ook deze somberheid aanstekelijk werkt en vraag me af wat er aan de hand is. Zou het liggen aan het tijdstip? Het is nog siëstatijd. Of ligt het aan de kou? Het is me al eens eerder opgevallen, dat Romeinen daar een hartgrondige hekel aan hebben. Zelfs bij het Colosseum is eigenlijk niets te beleven. Heb ik iets gemist? Zou er iets ernstigs gebeurd zijn?

In de collegezaal blijkt de stemming als vanouds. Als studenten ecclesiologie vormen we een tamelijk klein clubje, waardoor de sfeer vriendschappelijk is. Vaak wordt er gelachen en vliegt de tijd voorbij. Soms delen we broederlijk ons lot (helaas zijn er bij ons nauwelijks vrouwen die zich specialiseren in de theologie over de kerk) en doorstaan we de verveling met verve.

Na een goed uur zegt de professor klaar te zijn en nadat nog eens de examendatum is bevestigd kunnen we vertrekken. Buiten lijkt het alsof ik in een andere wereld stap. De lucht is hier en daar blauw en er zijn weer meer mensen op straat. Velen gewapend met een stadsgids of een kaart. Ik zie weer groepen achter een hooggehouden paraplu lopen en gidsen geven uitleg. Rond elke groep zweven altijd een paar mannen met dure camera’s. Ook nu ontbreken ze niet. Heerlijk, de stad is weer tot leven gekomen en ik snuif het in. De vele “koek-en-zopie” kraampjes, de handelaren in souvenirs, de “echte” Romeinse soldaten en – ook zij horen erbij – de dronken man en professionele bedelaars, iedereen is weer van de partij. Druk is het nog niet, maar dat doet er niet toe. Rome, de Eeuwige Stad, leeft weer! Vrolijk als altijd.